Noord-Koreaanse dominee: “Dankzij Jezus overwinnen we onze angsten”

Ik denk dat in veel opzichten de vervolging die christenen in Noord-Korea ondergaan erger is dan de vervolging van de eerste christenen in het oude Rome”, zo vertelt Kim Kyung-Soo*. De Noord-Koreaanse dominee was onlangs met zijn vrouw te gast in Nederland. Hij maakt duidelijk hoe hij met de blijde boodschap van Jezus in aanraking is gekomen en dat christenen in zijn land voortdurend op hun hoede zijn. “Dankzij Jezus overwinnen we onze angsten”, stelt hij.

Noord-Korea is een land dat wordt omgeven door mysterie. Het is bijna hermetisch afgesloten van de rest van de wereld en nieuws van wat zich daar afspeelt is zeldzaam. Over de vraag hoe het dagelijks leven van een Noord-Koreaan eruit ziet, hoeft dominee Kim niet lang na te denken. “Waar ik meteen aan moet denken is voedsel”, zegt hij kordaat, “alles in Noord-Korea draait om voedsel want er is enorme schaarste. Het is moeilijk om drie keer per dag een maaltijd te krijgen. Meestal heb je maar één maaltijd per dag en dat zijn rantsoenen die door de staat zijn voorgeschreven, vaak een kom rijst met wat sla en soep.” Van 1994 tot 1998 woedde er in Noord-Korea een hongersnood die aan ongeveer 3,5 miljoen mensen het leven kostte.

Vandaag de dag lijden volgens dominee Kim de meeste Noord-Koreanen aan ernstige ondervoeding. “De zwarte markt die is ontstaan probeert het falende rantsoenensysteem te ondervangen”, gaat hij verder, “er is dus voedsel in circulatie buiten de overheidsrantsoenen om, maar de afgelopen jaren wordt dat steeds minder. De belangrijkste oorzaak hiervan zijn de telkens strengere grenscontroles. De situatie verslechterde ook nog eens tijdens de COVID-lockdowns. Veel slachtoffers die omkwamen van de honger werden gepresenteerd als coronaslachtoffers.”

Toch is voor de Noord-Koreanen honger wellicht niet hun voornaamste probleem. De mate waarin de staat macht uitoefent op het persoonlijke leven van haar burgers is ronduit beangstigend. Hoewel iedereen in Noord-Korea te lijden heeft onder het beleid van het dictatoriale regime zijn christenen de voornaamste slachtoffers van een genadeloze en stelselmatige onderdrukking. Volgens de cijfers van Open Doors zijn er tussen de 50.000 en 70.000 Noord-Koreaanse christenen opgesloten in concentratiekampen waar ze dwangarbeid moeten verrichten. De Bijbel is verboden in Noord-Korea en bezit ervan heeft in het verleden tot arrestaties en executies geleid. Dominee Kim: “Ik denk dat in veel opzichten de vervolging die christenen in Noord-Korea ondergaan erger is dan de vervolging van de eerste christenen in het oude Rome.”

Sommige Noord-Koreanen besluiten dat het beter is om hun leven te riskeren door het land te ontsnappen. “Als je wordt gepakt wanneer je naar China wil vluchten, is het vonnis vaak drie jaar dwangarbeid. Dat is een lichte straf. Wanneer je door de Chinese politie wordt gerepatrieerd nadat je vanuit China naar Zuid-Korea probeert te vluchten is dat vonnis zwaarder en de zwaarste straf is voor hen die binnen de grenzen van Noord-Korea missiewerk doen. In dat geval zijn de straffen voor de missionaris en de bekeerling even groot.” De toestanden in de Noord-Koreaanse werkkampen behoren tot de meest afschuwelijke op aarde. Waar voedsel voor gewone burgers schaars is, is het in de werkkampen vrijwel niet bestaand. Uit wanhoop eten sommige gedetineerden regenwormen of ongedierte, zoals ratten.

Daarnaast ondergaan de gevangenen martelingen en lijfstraffen, zoals de 22-jarige Amerikaanse student Otto Warmbier die in 2016 voor het (vermeende) stelen van een propaganda-poster een straf van 15 jaar dwangarbeid kreeg. Na een periode van slechts 17 maanden werd de jonge student hersendood teruggegeven aan zijn ouders. Het werd een internationaal schandaal waarbij de Noord-Koreaanse regering het slachtoffer speelde van een Amerikaanse smeercampagne.

Het is misschien moeilijk voor te stellen hoe, onder zulke verhoudingen, er überhaupt nog missiewerk kan worden gedaan. Toch gebeurt het en dominee Kim is er levend bewijs van. Zijn vrouw, Sang-Hwa, behoort tot een groep christenen die al sinds de Pyongyang Revival van 1907 actief waren in Korea. Toen in de jaren ‘50 onder Kim Il-sung alle kerken werden gesloten, was deze groep reeds bij de Communistische overheid bekend en werden ze nauwlettend in de gaten gehouden. In tegenstelling tot Sang-Hwa kwam dominee Kim echter uit een voorbeeldige familie die goede banden had met de Koreaanse Arbeiderspartij. Op jonge leeftijd werd hij door de staat gerekruteerd om de vader van Sang-Hwa te volgen en over al zijn activiteiten te rapporteren. “Wanneer je een dergelijke opdracht van de regering krijgt is er geen ruimte om die te weigeren”, legt dominee Kim uit, “zeker niet voor onze familie die bevoorrecht was omdat ze zo loyaal was aan het regime.” 

Het behoeft weinig uitleg dat onder deze verhoudingen er niet openlijk over het geloof kan worden gesproken. “Wanneer dat gebeurt, zetten beide partijen hun leven op het spel”, legt dominee Kim uit, “dat gebeurt alleen als er sprake is van een echte vertrouwensband. Als je missiewerk doet, ga je niet zomaar met iemand over het Evangelie in gesprek. In mijn geval werd ik benaderd door de vader van Sang-Hwa, mijn huidige schoonvader, maar hij was heel erg voorzichtig. Later vertelde hij mij dat hij de stem van de Heilige Geest had gehoord toen hij voor het eerst met mij in gesprek ging.” Uit het verhaal van dominee Kim blijkt dat dit een veel beoefende methode is onder de verborgen christenen. “Wanneer de Heilige Geest je het gevoel geeft dat een man of vrouw openstaat voor het Evangelie benader je hem of haar stap voor stap.”

Degenen die hebben besloten dat ze hun leven willen inzetten om het Evangelie te verspreiden, leren de Bijbelverhalen uit hun hoofd. Omdat het bezit van een Bijbel zo gevaarlijk is, kunnen potentiële bekeerlingen op die manier toch kennis maken met de Heilige Schrift. Kim werd de volledige Bijbel, van Genesis tot Openbaring, door zijn latere schoonvader verbaal overgedragen. Nadat hij de verhalen van de Bijbel in een tijdspanne van enkele dagen had aangehoord, werden de afzonderlijke boeken in de daaropvolgende periode nog regelmatig behandeld. Deze vorming duurde ongeveer een jaar, waarna Kim uiteindelijk werd gedoopt.

Na de doop volgde een periode van vijf jaar waarin Kim regelmatig contact had met Sang-Hwa’s vader. Omdat hij van de regering de verantwoordelijkheid had gekregen om christenen te bespioneren wist Kim ook dat er wel eens bijeenkomsten waren van zes á zeven christenen waar hij niet voor werd uitgenodigd. Toch moet de relatie één op één blijven. De logica hierachter is dat, als er iets fout gaat, een bekeerling nooit het hele netwerk kan verraden, zelfs niet onder marteling.

Tegenwoordig wonen dominee Kim en zijn vrouw Sang-Hwa sinds 2006 in Zuid-Korea. Hoe hebben ze het geloof in Zuid-Korea ervaren? “Noord-Koreaanse christenen zijn puur en hebben een rotsvast geloof in Christus”, vertelt Sang-Hwa, “toen wij in Zuid-Korea aankwamen zag ik al snel dat de samenleving daar in zeer hoge mate was geseculariseerd. Gebeden gaan vaak om aardse zaken en de christenen daar zijn in het algemeen meer gericht op het zichtbare. Noord-Koreaanse christenen zijn veel meer gericht op Christus. Hij is gestorven aan het kruis, maar Hij is ook opgestaan. Het geloof in de wederopstanding is zo sterk in Noord-Korea omdat de omstandigheden daar anders ondraaglijk zouden zijn. Het is door Christus de Overwinnaar dat ze hun eigen angsten weten te overwinnen. Zuid-Koreaanse christenen zijn daarentegen vooral opzoek naar de praktische toepassingen van het geloof in hun dagelijkse leven, maar raken daarom soms afgeleid van de kern van de zaak.”

Op de vraag of dominee Kim en zijn vrouw een boodschap hebben voor westerse christen volgt een duidelijk en verootmoedigend antwoord: “Ik zou graag westerse christenen willen oproepen om te heroverwegen welke vrijheid voor belangrijker is: de vrijheid die jullie van de westerse samenleving krijgen aangeboden of de vrijheid die jullie hebben gekregen door Jezus Christus.”

Op de ranglijst christenvervolging van Open Doors staat Noord-Korea al jarenlang op nummer één. Lees ook: Nergens worden christenen zo zwaar vervolgd als in Noord-Korea: 5 belangrijke vragen en antwoorden.

* Naam gefingeerd om veiligheidsredenen.