De grote heilige van het kleine Zuilen

Dit artikel verscheen in ‘Tussentijds Magazine’, het tijdschrift van de samenwerkende parochies Katholiek Utrecht.

Ludger – het is die rare naam die je als Utrechtse Katholiek telkens weer tegenkomt. Een naam die vaak in één adem wordt genoemd met Sint Willibrord en Bonifatius, wat toch niet de minsten onder de Nederlandse heiligen zijn. In december werd een standbeeld van Ludger, dat voorheen bij de inmiddels gesloten Jacobuskerk stond, bij de aanbiddingskapel van de Roze zusters geplaatst. Maar wie was deze Ludger eigenlijk?

Wanneer je binnen de samenwerkende parochies Ludger ter sprake brengt kom je vroeg of laat één naam tegen: Arnold Rog. Rog staat bekend als een deskundige op het gebied van alles wat met Sint Ludger te maken heeft. Op verzoek van de Gerardus Majellaparochie in Nieuw Engeland gaf hij daarom op 21 april 2018 een lezing over Ludger in het Hervormde kerkje van Oud Zuilen. Zonder dat Rog het doorhad stond daar toen achterin een bestuurder van de Vrienden van de Stichting Adam Lockhorst te luistervinken. Deze raakte dermate onder de indruk van Rogs verhaal dat hij hem vroeg het nog eens te vertellen voor de leden van de stichting. Wie even met meneer Rog praat, begrijpt meteen waarom. Hij is een bevlogen spreker met een authentieke passie voor het onderwerp. Wie Ludger opzoekt op Wikipedia zal daar eenvoudigweg zien staan dat hij geboren is te “Zuilen, bij Utrecht, 742”. Dat het toch wat ingewikkelder ligt bleek al snel in gesprek met Rog.


Arnold Rog in de kapel van Zuilen

Het verhaal van Ludger begint eigenlijk met diens grootvader, Wursing, een Friese edelman en vazal van de beroemde koning Radboud. Het lot wilde echter dat Wursing en Radboud met elkaar in conflict kwamen. Wursing voelde zich gedwongen om naar het Frankische zuiden te vluchten, waar hij waarschijnlijk bij Luik terechtkwam. Daar zou Wursing zich hebben bekeerd tot het Christendom en van daaruit ondersteunde hij de missie van Willibrord en Bonifatius. Er zijn herhaalde pogingen geweest om de breuk tussen Wursing en Radboud te herstellen, maar uiteindelijk is het pas diens zoon, Thiadgrim, die in het kielzog van de veroveringen van Karel Martel terugkeert naar het oorspronkelijke leengoed van zijn vader. “De bronnen spreken hier over Suabsna of Suecsnon” legt Rog uit, ‘Iets dat op het eerste gezicht niet erg herkenbaar klinkt, maar in de loop der tijd muteert van Suecen naar Swezen, Zwezen en uiteindelijk Zuilen.’ En daar werd Ludger geboren.

Luit van der Tuuk, historicus en conservator van het Museum Dorestad, schreef een boek genaamd De Friezen waarin hij de geschiedenis van het Nederlandse kustgebied nauwgezet uit de doeken doet. De Friezen hadden een ingewikkelde relatie met hun zuiderburen, de Franken. In de tijd van Willibrord (c. 658-739) waren de Friezen (en oostelijker de Saksen) heidenen die nog de oude goden als Wodan, Donar en Frija aanbaden. Het waren vooral Angelsaksische missionarissen uit Engeland (zoals Willibrord en Bonifatius) die decennialang hebben geprobeerd om de Friezen te bekeren en hierbij samenwerking zochten met de Franken. De Franken hadden expansionistische ambities die met Karel de Grote haar hoogtepunt bereiken. De omgeving van Zuilen was interessant voor de Franken omdat het langs de transportader de Vecht lag en in de buurt van wat één van de machtigste handelssteden van noordwest Europa werd: het inmiddels verdwenen Dorestad.

Rog is zelf een Zuilenees en parochiaan van de Ludgerus parochie. Als zodanig weet hij mij veel over de omgeving te vertellen. “De huidige wijk Zuilen is gebouwd op wat vroeger de Zwesereng heette, daar zie je weer die oude naam terug.” Hij vertelt ook dat er voor het huidige kerkje in Oud Zuilen al veel langer een kapel stond en dat het kerkje op de fundering van de oude kapel is gebouwd. “Traditiegetrouw worden kapellen opgedragen aan een heilige,” legt Rog uit, “maar helaas vertelt geen enkele bron of de kapel ook daadwerkelijk aan Ludger was opgedragen.” Het slot werd pas gebouwd in 1247 door de heren van Zuilen die afkomstig waren uit de buurt van het Duitse Kleef. “Die kapel staat er dan al 197 jaar. Iedereen noemt het een slotkapel,” vult Rog haastig aan, “maar het is nooit een slotkapel geweest. Integendeel, het slot werd bij de kapel gebouwd!”

De oude kapel van Zuilen in 1615

Zo is Ludger nog altijd één van de beroemdste Utrechtse heiligen en zelfs de eerste heilige van Nederland. Zijn hagiografie staat bol van (pseudo-)historische en legendarische gebeurtenissen. Bijvoorbeeld de wonderbaarlijke genezing van de dichter Bernlef (denk hierbij aan een soort skald of bard), een naam die nog steeds resoneert in de pseudoniem van de Nederlandse schrijver Hendrik Jan Marsman. Of Ludgers spectaculaire verovering van het heilige Friese eiland Fositeland (het huidige Helgoland). Of het wapenfeit dat hij nog in York onder Alcuin, de beroemde raadgever en leermeester van Karel de Grote, heeft gestudeerd.

Eind juni komt de film Redbad van Roel Reiné in de bioscoop, een film over de Friese koning Radboud. Dezelfde Radboud dus die ooit Ludgers grootvader van zijn Utrechtse geboortegrond verjoeg. Een heel scala van hier genoemde historische personages zal in deze film aan de kijker voorbijtrekken, met acteur Jack Wouterse als Willibrord, Egbert Jan Weeber als Bonifatius, Gijs Naber als Radboud, Tibo Vandenborre als Karel Martel en Jonathan Banks als Pepijn van Herstal. Goed, Ludger zelf komt er helaas niet in voor, maar het is een uitgelezen kans om de wereld waarin Ludger opgroeide wat beter te leren kennen.

Ludger geneest Bernlef

 

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *